maandag 9 januari 2017

Keuzes maken (en verantwoorden)

Na een heerlijke vakantie (die best nog een weekje langer had mogen duren) begon ik vanochtend weer vol frisse tegenzin moed aan mijn eerste werkdag van 2017. Gisteravond zag ik al direct een roosterwijziging, wat me een extra les en dus een tussenuur minder kostte. Best jammer, want ik had zo veel op mijn to do-list staan deze eerste dag!

Waaronder het analyseren van een enquête die ik vandaag heb afgenomen bij mijn leerlingen. Uitgebreid de resultaten bekijken is me niet gelukt, maar ik heb wel scannend de uitslag bekeken. Het viel me direct op dat ik niet goed scoor op 'afwisselend lesgeven'. Waar de meeste leerlingen bij vrijwel alles heel positief zijn, vinkt vrijwel iedereen 'neutraal' aan op de vraag of ik afwisselende lessen geef. En dat snap ik heel goed.

Mijn lessen zien er altijd hetzelfde uit: bij mijn wiskundelessen begin ik met de uitleg van de nieuwe theorie en daar laat ik de leerlingen vervolgens een half uur zelfstandig of in tweetallen aan werken. Bij rekenen verplicht ik de leerlingen om het eerste halfuur van de les in (zo veel mogelijk) stilte te werken aan het huiswerk, daarna geef ik ze een puzzeltje of een raadsel. Het kost me heel weinig voorbereidingstijd en het zijn lessen waar het grote deel van de leerlingen gek op is: lekker veel huiswerk in de les maken, zodat ze thuis niets meer hoeven te doen. Win-winsituatie!

Dat ze vinden dat ik geen afwisselende lessen geef, verbaast me dus niet. Toch denk ik dat het binnenkort in het gesprek met mijn afdelingsleidster wel over dit onderwerp zal gaan. Gelukkig hoorde ik onlangs van een docentenopleider dat je geen foute keuzes kan maken met betrekking tot het lesgeven: het gaat erom dat je jouw keuzes kunt verantwoorden. En dat kan ik.

Door niet te veel tijd te steken in mijn lesvoorbereidingen, houd ik tijd over om te besteden aan mijn ontwikkelingen op andere gebieden. Voor de leerlingen die uitvallen bij rekenen schrijf ik nu een boekwerk om ze de basis van het rekenen bij te spijkeren voordat ze volgend jaar naar de volgende klas gaan. Voor de leerlingen uit mijn 3vwo-klas heb ik een flink pakket met opgaven gemaakt om ze beter te kunnen voorbereiden op de bovenbouw: welke soorten wiskunde zijn er en wat zijn de verschillen hiertussen? Hoe zien die soorten wiskunde eruit? Doordat ik niet uren bezig ben om lessen in PowerPoint, Prezi's of dat soort dingen te maken, houd ik tijd over om mijn andere werk (toetsen maken bijvoorbeeld) ruim op tijd in orde te hebben. (In tegenstelling tot andere collega's, maar dat terzijde.)

Tijdgebrek* is één van de redenen dat ik niet doe aan wekelijkse activerende werkvormen, maar het grootste belang hecht ik aan de regelmaat en de voorspelbaarheid van mijn lessen. Bij binnenkomst weten de leerlingen waar ze aan toe zijn en dat creëert rust. Daarbij geven ze in diezelfde enquête aan dat ze goed kunnen werken in mijn lessen en dat vind ik veel belangrijker. Ik kan wel elke dag iets nieuws verzinnen, maar als een groot deel daar geen behoefte aan heeft: waarom zou ik dat dan doen?

Liefs!

* Ik gebruik het woord tijdgebrek, maar eigenlijk draait het om grenzen stellen. Mijn man zit avonden en weekenden achter zijn computer om lessen voor te bereiden, maar ik gun mezelf 's avonds rust, omdat ik weet dat ik dat nodig heb. Ik krijg betaald om 73,5% te werken, niet om (meer dan) full-time te werken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten