maandag 30 september 2013

Mentor in het voortgezet onderwijs, hoofdstuk 2

Hoofdstuk 2 – Leerlingen in beeld

Afgelopen week las ik het tweede hoofdstuk uit dit boek. Het waren slechts negen pagina’s en toch had ik er ruim een week voor nodig om deze bladzijden te lezen. Hoe dat komt? Ik ben niet zo van de moeilijke woorden. Dat merk je waarschijnlijk al aan mijn eigen geschreven stukjes. Bij een tekst met (veel) moeilijke woorden haak ik snel af. Ik hou van lezen, maar het enige wat ik lees zijn jeugdboeken en chicklits. Oeps. Als er in één zin al twee moeilijke woorden zitten, moet ik de zin minimaal drie keer lezen voordat ik het snap. Als ik niet ondertussen al ben afgehaakt.
Dit tweede hoofdstuk is onderverdeeld in vier paragraven. Zoals de titel van het hoofdstuk zegt wordt in iedere paragraaf de leerling ‘in beeld’ gebracht. Ik zal hieronder kort iets schrijven over/bij elke paragraaf.

2.1 Tussen 12 en 18
De eerste paragraaf brengt ‘de puber’ in beeld. Wat speelt er bij deze leerlingen? Wat gebeurt er met hun lichaam? Wat zijn alle fases waar een leerling doorheen gaat in dit deel van zijn of haar leven? In deze paragraaf wordt antwoord gegeven op al deze vragen. Je leest ook over de verschillen tussen jongens en meisjes en – verrassend – over de depressieve gevoelens van de jongeren.

2.2 De groep leeftijdsgenoten
In deze redelijk korte paragraaf wordt beschreven hoe een jongere is in zijn of haar vriendenkring. Vooral ook hoe lastig het kan zijn om ergens bij te horen. Want interesse tonen is belangrijk, maar als je te veel interesse toont is het weer niet goed. Je moet je stijl een beetje aanpassen aan de anderen, maar je moet niet proberen om op het te gaan lijken. En zo nog wat dingen…

2.3 Kind in het gezin
Dit is een stukje dat ik altijd vergeet. Ik vergeet áltijd dat een leerling ook gewoon een kind is. Voor mij is een leerling een persoon dat bij mij in de klas zit. Een persoon dat rond de school hangt. Een persoon waar ik van alles aan moet leren. Niet dat het ook een kind is van (hopelijk) twee ouders, dat diegene broers en zussen heeft, dat er thuis nog van alles speelt. Dit zal ongetwijfeld veranderen als ik zelf ooit kinderen krijg.

2.4 Kind en school
Kijk, dit is dan wel weer een paragraaf waarin ik me kan vinden. Dit is het deel van de leerling wat ik zie. Echter is dit niet de enige paragraaf van dit hoofdstuk en ook zeker niet het enige aspect bij een leerling. Voordat ik een goede mentor kan worden, moet ik in gaan zien dat een leerling veel meer is dan ‘een iemand die in mijn lokaal zit’.

Het tweede hoofdstuk bestond vooral uit (belangrijke!) achtergrondinformatie wat ook zeker heel belangrijk is. Toch hoop ik dat de volgende hoofdstukken voor mij interessanter zullen zijn. Meer voorbeelden uit de praktijk, meer tips voor een (goede) mentor, meer houvast. We zullen het zien!

Liefs!

zaterdag 28 september 2013

Dagboek: Regels, regels en nog eens regels (#4)

Na een weekendje te hebben uitgeziekt, begon ik deze week weer vol goede moed.

Maandag besloot ik mijn woonkamer herfst-klaar te maken. ’s Morgens ging ik de winkels af en ’s middags stond mijn bloemenvaas vol herfsttakken en stond er een mooi stukje op tafel. Ook heb ik in de boekwinkel ‘The Secret voor jongeren’ gekocht. Ik ben al een tijd benieuwd naar dit boek en het hele idee erachter, dus daar ga ik binnenkort aan beginnen.

Op dinsdag gingen mijn lessen verrassend goed. Mijn vriend vond mijn vorige dagboekpost zo negatief. Deze week valt het gelukkig wel mee. In mijn brugklassen ben ik eerst begonnen met het vertellen van de regels. Vijf regels, anders wordt het te veel. De rest van de les heb ik de leerlingen in groepjes laten werken. Dat was nog even wennen – misschien besteed ik daar de komende week een uitgebreidere blogpost aan – maar ik hoop dat het vanzelf goedkomt als ze dit wat vaker doen.

Op woensdag heb ik in de brugklassen de regels nog eens herhaald. Ook die dag gingen de lessen weer goed. Ik ben blij dat ik deze vijf regels duidelijk heb opgesteld, want het werkt wel. Eén van de regels gaat over de vijf-minuten-in-stilte-werken. Wat een rust levert dat op!
Woensdag heb ik in mijn 2havo-klas ook de regels opgesteld. Niet in samenspraak met de leerlingen, maar alleen. De les verliep daardoor best goed!

Donderdag hadden mijn brugklasleerlingen een toets. Heerlijk, drie uur lang alleen maar doen alsof ik heel goed aan het controleren ben wie er aan het afkijken is! De les in 2havo ging iets minder goed. Tijdens de klassikale uitleg deden ze wel goed mee (yes!), maar tijdens het zelfstandig werken werd het een chaos. De vijf-minuten-in-stilte gingen wel goed, maar daarna dachten de leerlingen dat ze, als ze vijf minuten goed hadden gewerkt, dat ze daarna de boel mochten afbreken. Eh… Nee, zo werkt dat niet. Ik merkte ook dat het vooral de mannen in het lokaal waren die er een zooitje van maakten. Niet iedereen hoor, maar 80% van de mannen was echt niet goed aan het werk. Daarom ga ik vanaf volgende week met een nieuw plattegrond werken, waarbij de meisjes en de jongens gemixt zitten. Ik wil dit plattegrond twee of drie weken aanhouden en daarna met de klas bekijken hoe de lessen zijn verlopen. Ik ben benieuwd!

Op vrijdag was ik thuis. Ik heb blogs geschreven, het huishouden gedaan, gelezen en sinds een lange tijd weer naar de bibliotheek gegaan. Heerlijk, zo’n dagje!

Liefs!

vrijdag 27 september 2013

Mijn (onrealistische?) vijfjarenplan

Vrijwel iedereen heeft een idee waar hij/zij over één, vijf of misschien zelfs tien jaar is. Laatst was ik met mijn vriend in gesprek over de toekomst. Wat wil ik nog doen, wat wil ik bereiken en hoe zie ik alles voor me?

Als je mijn blog al een tijdje volgt, weet je dat ik een controlfreak ben. Lijstjes maken is een hobby van me en ik doe dit serieus elke dag. Als het niet op papier of in mijn telefoon is, dan doe ik het wel in mijn hoofd. En ja, ook van mijn vijfjarenplan moet een lijstje gemaakt worden.

Ik heb voor de zekerheid in de titel geschreven dat dit een onrealistisch plan zal zijn. Puur en alleen zodat ik over mijn jaar, wanneer mijn plan niet helemaal is uitgekomen, kan zeggen: ‘Ik zei toch al dat het onrealistisch was?’ Ik ga echt wel mijn best doen, hoor. Maar wat sommige dingen betreft ben ik ook best een klein beetje afhankelijk van eh… externe instanties.

Oké, daar komt ‘ie.

Ik wil in 2013/2014:
- De boeken van havo 4 en havo 5 doorwerken, wiskunde A én wiskunde B, ter voorbereiding op wat komen gaat.
- Ik wil nog minimaal twee verhalen afschrijven voor het einde van het schooljaar, inclusief de verhalen waar ik al mee begonnen ben.
- En heel veel sparen (ook ter voorbereiding op wat komen gaat).

Ik wil in 2014/2015:
- De boeken van vwo 4, vwo 5 en vwo 6 doorwerken, wiskunde A, wiskunde B en wellicht ook wiskunde D, ook ter voorbereiding op wat komen gaat.
- Ik wil minimaal twee verhalen schrijven.
- Ik wil heel veel sparen.
- En het allerliefst een eigen boek in de winkels krijgen.

Ik wil in 2015/2016:
- Bijlessen geven aan leerlingen uit de bovenbouw om ervoor te zorgen dat ik de bovenbouwstof niet nog een keer ‘vergeet’.
- Ik wil minimaal twee verhalen schrijven.
- Verhuizen naar een droomhuis (lees: een huis met een extra werkkamer voor mij, een extra werkkamer voor mijn vriend en een ruimte ergens in huis waar ik een chaise longue neer kan zetten om heerlijk mijn boeken te lezen).
- Nog meer verhalen in de winkels krijgen…
- … en het zou ook leuk zijn om een zakcentje te verdienen met mijn blog – die tegen die tijd enorm goed bezocht en gelezen gaat worden. (Positief denken!)
- En omdat ik toch had gezegd dat dit een beetje onrealistisch zou zijn: ik zou het ook niet erg vinden om tegen die tijd columns te schrijven voor een onderwijsblad (of onderwijswebsite, ook leuk!).

Ik wil in 2016/2017:
- Nog steeds bijlessen geven,
- nog meer verhalen schrijven,
- heel veel geld sparen,
- schrijven, schrijven, schrijven,
- (uitgeven, uitgeven, uitgeven),
- en al mijn vorige plannen die nog niet zijn uitgekomen, waarmaken.

Ik wil in 2017/2018:
(Let op, hier komt het!)
- Een jaar stoppen met werken.
- In één jaar tijd de eerstegraadsopleiding afronden (of ik dat kan? Vast wel. Of het mag? Dat is de vraag!)
- Ondertussen stage lopen op de school waar ik nu werk.
- En ondertussen gewoon doorschrijven met alles waar ik tegen die tijd voor schrijf.

Dit zou betekenen dat ik binnen nu en vijf jaar de bovenbouwstof (opnieuw) beheers, dat ik de eerstegraadsopleiding heb afgerond, dat ik in mijn droomhuis woon en dat ik een stuk of vijf verhalen van mijn hand de boekwinkels in heb gekregen.

Of ik dat wil? JA!

Of dat lukt? Dat weet ik niet. Maar positief denken moet het codewoord zijn, volgens ‘The Secret’.

Liefs!

donderdag 26 september 2013

Beloof nooit iets aan je kinderen

Af en toe zoek ik filmpjes om YouTube over lesgeven. Hierbij stuitte ik al eerder op een grappig filmpje, maar ik kwam laatst ook een informatieve video tegen. De titel was ‘17 tips om direct positief les te geven’ (klik) en één van deze tips luidde:

Beloof nooit iets aan je kinderen

Uiteraard bedoelde de man van de voice-over hiermee de leerlingen in de klas. Bij het toelichten van deze tip zegt hij dat hij nooit iets belooft aan de kinderen in zijn klas, omdat hij het dan moet waarmaken. En dat doet hij niet.

Daar heeft hij een punt. Hoe vaak ik al iets aan de leerlingen heb beloofd… En hoe vaak ik mezelf daar al mee de nesten in heb gewerkt! Dat laatste is overdreven, maar ik heb wel avonden gekend dat ik nog tot laat bezig was met het nakijken van toetsen en het invoeren van de cijfers. Bah, wat heb ik een hekel aan ’s avonds werken. Waarom ik het toch beloof aan de leerlingen? Deels omdat het voor mij een stok achter de deur is om direct de toetsen na te kijken – en het dus niet uit te stellen tot een week later – maar ook deels om lief gevonden te worden. Ik vond het vroeger ook fijn om snel mijn cijfers terug te krijgen, dus ik kan me voorstellen hoe het voor deze leerlingen is.

Maar nee. Sinds dit filmpje ga ik het niet meer doen. Die stok achter de deur die zit ook in mijn hoofd. Nakijken doe ik vaak toch vrijwel direct na het afnemen van een toets. Voor die spreekwoordelijke stok heb ik de leerlingen niet nodig. En zo hoeft het ook niet (nogmaals) te gebeuren dat ik met een kop koffie over de toetsen gebogen zit, terwijl ik eigenlijk veel liever in bed lig.

Dus: beloof nooit iets aan je kinderen, want dan moet je het ook waarmaken!

Liefs!

woensdag 25 september 2013

Tip: Stel samen klassenregels op (#28)

Met sommige dingen begin ik altijd te laat. Met streng zijn bijvoorbeeld. Of met het duidelijk maken van de regels. En voordat ik met mijn ogen kan knipperen hebben de leerlingen de leiding overgenomen.

‘Nee,’ moet ik dan zeggen. Ik moet het denken, ik moet het voelen. De leerlingen zijn in mijn lokaal en in mijn lokaal gelden mijn regels. Het is wellicht aan de late kant om nu mijn regels nog eens te roepen, maar wat ik wel kan doen, is samen de regels opstellen.

Hoofdstuk 20, tip 5: Stel samen klassenregels op
Zet jezelf ‘stevig' neer. Wat verwacht jij van de klas? Wat mogen ze van jou verwachten? Dat geldt zowel voor de lesinhoud als voor de omgang met elkaar. Stel verder samen met de klas vijf klassenregels op die sturend zijn, niet straffend. En houd iedereen daar consequent aan.

Vijf regels biedt overzicht. Vijf sturende – en dus niet straffende – regels biedt mogelijkheden. En het samen opstellen van de klas, uiteraard wel onder mijn leiding (en niet onder die van hen!) biedt inspraak van de leerlingen. Dit is wat ik nodig heb.

Mijn 2havo-leerlingen worden steeds drukker, steeds lastiger en luisteren steeds slechter. Dit is wat ik moet doen. Deze week ga ik, samen met de klas, vijf regels opstellen. Mijn doel? Een fijn leerklimaat voor de leerlingen. Met nadruk op fijn, maar zeker ook met nadruk op ‘leer’klimaat, want tot nu toe is dat leren bij veel leerlingen nog niet helemaal gelukt.

Liefs! 

dinsdag 24 september 2013

Reflectie #2

Het is nu twee weken na mijn vorige reflectie. Inmiddels ben ik wat verder in de lessen en daardoor heb ik ook meer te vertellen. Over de afgelopen lessen heb ik in een boekje bijgehouden hoe het is gegaan met al mijn ‘veranderingen’. Bij de ene verandering gaat het goed, bij de andere is nog wat extra aandacht nodig.

Ook vandaag wil ik weer per verandering vertellen wat de vorderingen zijn. Pak een kopje thee en lees mee.

Verandering 1: Onvoldoendes van de leerlingen
De vorige keer was hier nog weinig over te vertellen, omdat ik toen nog geen toetsen had gegeven. Ik ben nu al een stapje verder. Ik heb de toetsen afgenomen, nagekeken, opgeschreven (in mijn grote map) wat er bij de leerlingen met een onvoldoende verkeerd ging en ik heb zelfs de vragenlijsten laten invullen door de leerlingen. Alles loopt op rolletjes! Ik vond het wel veel werk, zeker om ook de toetsen te kopiëren en bij iedereen op te schrijven wat er niet goed ging. Maar ik denk maar zo: later zal ik er blij mee zijn!

Verandering 2: De opstelling in mijn lokaal
Oeps. Nee, hier heb ik nog niets mee gedaan. Maar dat heeft een reden. Ik heb tegen mezelf gezegd dat ik pas de tafels in groepjes ga zetten zodra ik alle klassen onder controle heb en ook pas als ik écht alle namen ken, dus ook als de leerlingen door elkaar zitten.

Verandering 3: Huiswerkcontrole
De huiswerkcontroles in de brugklassen worden saai. Per les kan ik met gemak tien schriften uitgebreid controleren, omdat alles er geweldig uitziet. Tekeningen met potlood, kantlijnen aan de linkerkant, netjes geschreven enzovoorts. Het enige wat sommige leerlingen ‘vergeten’ is het nakijken. Hier moet ik klassikaal wat extra aandacht aan besteden.
Maar als ik kijk naar de schriften in klas 2havo… Wat een drama. Geen berekeningen, geen sommen overgeschreven, niet nagekeken, assenstelsels en grafieken met pen en bij sommige leerlingen is het huiswerk ook niet af. Bah! Gelukkig zijn die huiswerkcontroles hiervoor bedoeld. Om dit soort dingen te ontdekken en om het aan te pakken.

Verandering 4: Consequenter zijn bij het geven van straf
Dit is lastig! Ik heb nog steeds niet echt straf hoeven geven, maar wat ik wel heel lastig vind zijn de toiletbezoeken. Ik wilde niet dat mijn leerlingen nog naar het toilet zouden gaan tijdens de lessen, maar toch kan ik het niet laten. Met als gevolg dat er in sommige lessen vijf leerlingen achter elkaar naar het toilet gaan. Wat moet ik hiermee?

Verandering 5: De stoelen en de tassen
Ik merk dat, als ik er niets van zeg, dat er ook niets gedaan wordt. De tassen liggen weer gezellig op een hoopje in het gangpad en de stoelen worden niet aangeschoven. Herhalen, herhalen, herhalen, ik denk dat dat het toverwoord is.

Ik ben niet over alle veranderingen tevreden, maar ik denk dat sommige dingen echt tijd nodig hebben. Ik ga het tijd geven en binnenkort, over een paar weken, hoop ik een derde reflectie te kunnen schrijven die op alle punten positief is.

Liefs!

maandag 23 september 2013

Vragen van leerlingen tijdens de uitleg

‘Het lijkt wel alsof ze steeds ongeduldiger worden,’ zei een collega tegen mij. ‘Ze hebben niet eens de manieren om even het hele praatje af te wachten, maar ze willen meteen van alles vragen.’

Herkenbaar! Ik merk de laatste tijd steeds vaker, met name in de brugklassen die ik nu heb, dat de vingers de lucht in blijven schieten. Als ik net één zin van mijn verhaal heb verteld, schieten de handen al omhoog. Irritant, want ik raak er direct door afgeleid. Een vinger in de lucht staat voor mij voor het teken om de leerling de beurt te geven en hem of haar een vraag te laten stellen. En dat doe ik dan ook eigenlijk altijd. Ook als het een vraag is waarvan ik het antwoord sowieso al in mijn introductie had verwerkt.

Ik weet niet of ik het met deze inleiding goed heb verwoord, maar wat ik dus wil zeggen is dat de leerlingen het geduld niet hebben om je even uit te laten praten. Dat ze hun vinger opsteken is trouwens al een hele prestatie, want het komt steeds vaker voor dat ze hun vraag gewoon door het lokaal heen schreeuwen.

Maar, wat moet je doen met dit soort leerlingen? Ik schreef net al dat ik een leerling – voorheen – altijd direct de beurt gaf. Na dit mini-gesprekje met mijn collega ben ik daarvan afgestapt. Ik weet nu dat die vingers van de leerlingen niet staan voor hun nieuwsgierigheid, maar voor hun enorme ongeduld. En ik vind dat het toch ook wel een stukje opvoeding van de docent is om de leerlingen te leren om te wachten tot de docent klaar is met zijn of haar verhaal.

Daarom doe ik het tegenwoordig anders. Tegenwoordig… Ik bedoel dus sinds afgelopen week. Als ik mijn zegje nog niet heb afgerond en ik zie vingers de lucht in gaan, gebaar ik met mijn hand dat ze moeten zakken. ‘Je mag straks iets vragen,’ zeg ik dan. En als het daarna nog eens gebeurt, zeg ik er niets bij. Dan is een gebaar voldoende. Zodra ik heb gezegd wat ik wilde zeggen, vraag ik: ‘Wie wil daar nog iets over vragen?’ En dan pas mogen ze hun vraag stellen.

Dit is niet alleen bij een introductie van de les, maar ook bij de uitleg. Ik leg eerst de theorie uit, geef de leerlingen aan dat ze hun vraag moeten onthouden, en wanneer ik klaar ben, mogen de leerlingen hun vraag stellen. Voor mij werkt dit veel beter, omdat ik zo minder lang met de uitleg bezig ben (omdat ik niet elke keer word onderbroken) en omdat ik me niet zo erger aan de ongeduldige leerlingen.

Liefs!

zaterdag 21 september 2013

Dagboek: Hatsjoe! (#3)

Weet je waar ik echt een hekel aan heb? Aan een koortslip! Ik heb ze één tot twee keer per jaar en vorig weekend was het zover. Mijn vrijdag was meteen verpest. En de rest van mijn weekend en de afgelopen week ook. Helaas werd het allemaal nog een tikkeltje erger. Maar dat komt pas later.

Maandag had ik absoluut geen nuttige dag. Na lang wikken en wegen ben ik uiteindelijk naar de sportschool gegaan voor een groepsles. Daar aangekomen bleek het systeem even niet te werken, omdat ze er nieuwe groepslessen in gingen zetten. ‘Het kan een paar minuten duren, maar het kan ook de hele dag in beslag nemen,’ zei het meisje achter de balie. Ik ben nog even blijven wachten, maar tien minuten later zat ik toch echt weer op de scooter terug naar huis. In de regen.

Dinsdag mocht ik weer naar mijn werk. Wat zijn de weekenden soms toch lang. Ik wil niet klagen, want ik vind het eigenlijk best lekker. Maar het is wel gek, vier dagen op rij vrij. Helaas was alle opgespaarde energie na deze dag wel voorbij. Wat had ik het druk! Het begon met de brugklassen, die toch wel steeds drukker beginnen te worden. En als klap op de vuurpijl had ik mijn 2havo-klas voor mijn neus. Ik schreef aan het begin van het jaar nog dat ik zo blij was met deze klas. Eh… Dat neem ik terug. Het zijn twintig stuiterballen bij elkaar…

Op woensdag had ik eveneens een drukke dag. De leerlingen waren gelukkig minder druk dan de dag ervoor – maar dat komt ook doordat ik bij de brugklassen de eerste toets van dit jaar gaf en doordat ik bij mijn 2havo-klas nog eens duidelijk de regels heb uitgelegd – maar ik had wel ontzettend veel te doen buiten de lessen om. Toetsen nakijken, cijfers invoeren en mijn eigen huiswerk. Ik ben sinds deze week begonnen aan het doorwerken van een bovenbouwboek en dat neemt best veel tijd in beslag.

Donderdag was gelukkig de laatste dag van de week. Na dinsdag had ik het eigenlijk wel weer gehad en ook woensdag was niet de leukste dag van dit schooljaar. Tja, en dan kwam er ook nog de donderdag. ’s Morgens moest ik niezen. Ik grapte tegen mijn vriend dat ik ziek was, maar helaas bleek dat toch geen grapje te zijn. Tegen de middag, tijdens een hele interessante reanimatiecursus, voelde ik me steeds beroerder voelen. Verkoudheid en ook nog eens hoofdpijn. Bah! Thuis ben ik op de bank gaan liggen en vrijwel meteen viel ik in slaap.
Ook op vrijdag heb ik weinig anders gedaan dan dat. In plaats van de bank had ik mijn bed en in plaats van slapen keek ik twee films. Maar heel productief was deze dag helaas niet.

Het is nu zaterdagochtend en ik voel me nog steeds niet veel beter. Omdat ik wel veel dingen op mijn to do-lijst heb staan wil ik mijn verkoudheid en ziekzijn even een dagje proberen te negeren. Maar of dat gaat lukken…?

Liefs!

woensdag 18 september 2013

Wel of niet: aantekeningen overnemen?

Ik heb er weer één: een nieuwe label voor op mijn site. Een dilemma, voor op de woensdag. Gewoon, omdat het kan. En omdat de tips en de lijstjes een klein beetje beginnen te vervelen.

Vorig jaar heb ik het bijna nooit gedaan. Aantekeningen geven. Ik kon me niet herinneren dat ik vroeger bij wiskunde (of bij welk ander vak dan ook) een aantekening kreeg, dus daarom deed ik het ook niet. Tot ik vorig jaar andere leerlingen hoorde dat ze zo veel aantekeningen kregen bij wiskunde. Maar… Hoe dan?

Eén van de dingen die ik dit jaar wilde veranderen, maar wat ik niet bij de ‘officiële’ veranderingen heb neergezet, is het geven van aantekeningen. De aantekeningen van vorig jaar zijn op twee handen te tellen. En dan heb ik het ook echt over het gehele jaar, voor zowel de brugklas als de tweede klas. Dit jaar wilde ik het anders. Die schriften van de leerlingen moeten vol komen met aantekeningen!

We zijn nu twee weken verder en mijn brugklasleerlingen worden al helemaal gaar van de aantekeningen. ‘Moeten we alweer schrijven?’ hoor ik dan. ‘Ja,’ antwoord ik dan, ‘en morgen ook.’ Blijkbaar kan ik geen tussenweg vinden tussen nauwelijks tot geen aantekeningen en élke les een aantekening. Maar… Ik kan ook eigenlijk niet de schuld alleen bij mij neerleggen. Het eerste hoofdstuk bij de brugklas bestaat uit heel veel nieuwe begrippen. Heel veel. Ik móet wel aantekeningen geven, anders slaan ze de begrippen misschien niet op.

Het volgende hoofdstuk is gelukkig een rekenhoofdstuk. Een hoofdstuk met nauwelijks begrippen, dus dat betekent ook nauwelijks aantekeningen. Daar zullen de leerlingen blij mee zijn!

Maar, aantekeningen overnemen, wel of niet? Wel dus. Ik was er voorheen niet zo van, maar ik zie er nu echt wel de voordelen van in. Ik blijf dus lekker doorgaan. En die leerlingen… Ach, die moeten niet zeuren!

Liefs!

P.S. Op sommige momenten vind ik het oprecht jammer dat ik weinig lezers/commenters heb. Ik stoor me er nooit aan, maar hoe leuk zou het zijn als ik lezers-dillema’s kan voorleggen?

maandag 16 september 2013

Mentor in het voortgezet onderwijs, hoofdstuk 1

Hoofdstuk 1 – Inleiding

Dit weekend las ik het eerste hoofdstuk van het boek dat ik kocht toen ik dacht mentor te gaan worden. Gelukkig was dat niet het geval, maar toch wil ik dit boek doorwerken. Zoals ik al zei: dit weekend ben ik met het eerste hoofdstuk begonnen. De komende maanden zal ik om de week een hoofdstuk lezen en een verslag over dit hoofdstuk online zetten.

Ik ben niet zo goed in samenvattingen maken. Vroeger deed ik het wel, maar bij dit boek vind ik het niet nodig. Ik krijg er tenslotte geen tentamen over. Bij dit boek wil ik dit ‘gewoon’ wat dingen vertellen. Welke interessante dingen ik heb gelezen, hoe ik over standpunten denk – als deze in het boek voorkomen –, welke tips ik absoluut ga onthouden als ik ooit mentor ben enzovoorts.

Bij het eerste hoofdstuk valt weinig te vertellen. Het hoofdstuk bestaat, zoals de titel al zegt, uit een inleidend stuk en eigenlijk staat daar precies in wat ik ook in deze blogpost al had geschreven. Er wordt kort verteld wat er in de komende hoofdstukken te lezen is. Ik ga dit niet nog een keer herhalen, want dan wordt het saai.

Nogmaals, de komende tijd zal ik om de week een verslag schrijven over het gelezen hoofdstuk. Het zal wat uitgebreider worden dan vandaag, dat beloof ik. En zeer waarschijnlijk ook een stuk interessanter.

Liefs!

zondag 15 september 2013

Raadsels in de klas

Ooit, in een ver verleden (vorig jaar dus…) had ik iets bedacht. Ik weet niet eens meer wanneer dat was en wat de titel was van de blog. Ik ga het ook niet opzoeken, want ik ga het hier toch herhalen. Het ging om het afsluiten van de les en hoe je dat leuk en/of anders kan maken dan alleen ‘Doei, tot morgen’ te zeggen.

Ik had me voorgenomen om elke les, of in ieder geval zo nu en dan, mijn les af te sluiten met een raadsel. De reden daarachter is dat de leerlingen zo benieuwd zijn naar het antwoord dat ze weer zin hebben in de volgende les. Het zijn natuurlijk pubers, dus zo heel benieuwd zullen ze niet zijn en zin hebben in een wiskundeles is wel heel overdreven. Maar ik denk dat er toch wel wat leerlingen hiermee aan de slag zullen gaan.
Tot op heden heb ik nog geen raadsel aan het einde van de les gegeven. Want zo gaat dat bij mij, met die voornemens. Maar vorige week besloot ik dat het er echt van moest komen. Ik zocht op internet naar leuke raadsels, ik pakte mijn scheurkalender van ‘Volgens Bartjens’ erbij en ging aan de slag.

Ik heb wat leuke raadsels opgeschreven en me voorgenomen (oei, gevaarlijk woord!) om elke donderdag – dat ik de laatste dag van de week dat ik de leerlingen zie – een raadsel mee te geven. Ik zie de leerlingen op dinsdag weer, dus dan hebben ze ruim de tijd om ermee te puzzelen.
Inmiddels heb ik mijn leerlingen ook op de hoogte gebracht van mijn Facebookpagina. De pagina is eigenlijk bedoeld voor belangrijke dingen, maar ik zou natuurlijk ook op donderdag de raadsels hierop kunnen zetten. Wow, wat een goed idee van mezelf!

Ik ben heel benieuwd hoe dit gaat uitpakken, ik ga er komende week mee beginnen. Uiteraard zal er binnenkort, als ik het een paar keer heb uitgevoerd, een vervolg op deze blogpost komen.

Liefs!

P.S. Zet tussen de cijfers 987654321 bewerkingstekens (+, -, ×, : en haakjes) zodat de uitkomst 2013 is. Succes!

zaterdag 14 september 2013

Dagboek: Roosterwijzigingen! (#2)

Vier dagen weekend heeft zo z’n voordelen en z’n nadelen. Op maandagavond zit ik toch wel met gemengde gevoelens. Aan de ene kant wil ik dolgraag weer aan het werk: vier dagen ‘niks doen’ is ook niet alles. Maar aan de andere kant… Na vier dagen zit ik wel in het ritme laat-naar-bed-laat-uit-bed. En dat is jammer, want dat maakt de dinsdagochtend extra moeilijk.

Dat ‘niks doen’  is trouwens niet helemaal waar. Maandag heb ik best een productieve dag gehad. Vanwege het Hollandse weer ben ik de hele dag binnen gebleven, ondanks mijn voornemen om elke maandag te sporten. Thuis heb ik aardig wat uurtjes achter de computer gespendeerd. Ik heb blogs geschreven en wat voorbereidend werk gedaan. Daarnaast heb ik de nodige huishoudelijke taken gedaan. Koken, afwassen, twee wasjes gedraaid en opgehangen. En, omdat ik ’s avonds wonder boven wonder nog genoeg energie over had, heb ik ook twee nieuwe lay-out gemaakt; voor deze blog en mijn andere blog.

Dinsdagochtend reed ik ’s morgens op de scooter naar mijn werk. Kurkdroog kwam ik aan op mijn werk. Heerlijk! Op mijn werk ging alles soepel. Ik gaf mijn lessen, een invaluur en na alle lessen heb ik de komende lessen voorbereid. Zo hoort een werkdag te gaan! Helaas kwam ik niet zo kurkdroog thuis…

Vanaf woensdag begonnen de roosterwijzigingen. Deze week zijn veel klassen op reis en dat betekent dat er veel lessen uitvallen. Woensdag had ik dan ook een kortere dag dan vorige week. Na de lessen heb ik nog een hoop werk gedaan, maar toch zat ik om kwart voor drie al op de scooter terug naar huis. Heerlijk!

Ook donderdag viel er een les uit, waardoor ik het eerste uur vrij was. Ik mocht een uur langer in bed liggen, ik kon rustiger aan doen… En toch zat ik om kwart voor zeven al op de scooter. Want tja, als ik dan toch eenmaal uit bed ben, kan ik net zo goed gebruik maken van de tijd. Donderdag was trouwens een lange dag. Ik kan niet precies zeggen waarvoor, omdat je dan met een beetje google’en al snel uitkomt bij de school waar ik werk en bij mijn echte naam. Maar ik wil wel zeggen dat ik donderdagavond tot half tien op school was voor ‘een projectje’. Ik mocht spreken voor een volle, grote zaal en achteraf was dat echt superleuk om te doen! En dit mag ik nog tien keer doen dit schooljaar.
Omdat ik donderdag pas laat thuis was en ik niet meteen kon slapen, ging ik pas rond middernacht naar bed. Gelukkig kon ik de volgende ochtend uitslapen!

Vrijdag ben ik ook weer redelijk productief geweest thuis. Naast het huishouden heb ik wat blogs getypt en heb ik het boek voor mentoren voor het eerst opengeslagen. En daar ga ik nu een blog over schrijven.

Komende week wordt er week gewerkt met een nieuw rooster. Ik zit elke dag wat langer op school, maar in ruil daarvoor mag ik op één dag een uurtje langer slapen en heb ik er twee tussenuren bij – wat eerst niet in mijn rooster zat. Ik ben er blij mee!

Liefs!

vrijdag 13 september 2013

Mag een leerling (tijdens de les) naar het toilet?

Ik vind het leuk om ’s avonds, voor het slapen, YouTube-filmpjes te kijken. Laatst typte ik iets van ‘leren lesgeven’ in en ik kwam dit bij dit geniale filmpje.

Leerlingen tijdens de les naar het toilet te gaan, is dat goed of niet? Gelukkig hoorde ik het antwoord van deze professionals.

Klik hier als het filmpje niet te zien is.

Liefs!

Reflectie #1

De komende weken zal ik zo nu en dan reflecteren op mijn veranderingen die ik met ingang van dit jaar heb doorgevoerd. Daar ga ik vanaf vandaag mee beginnen, omdat ik wel al het een en ander te vertellen heb.

Verandering 1: Onvoldoendes van de leerlingen
Omdat er nog geen toetsen zijn geweest, heb ik hier nog niet veel aan kunnen doen. Wel heb ik een lijst gemaakt met alle leerlingen in een klas. Hierachter staan allemaal hokjes waar ik de cijfers van de leerlingen in kan vullen. Deze lijst heb ik in de map gestopt waarin ik alles bij wil houden. Elke keer dat een leerling een onvoldoende haalt, kan ik dit achter zijn/haar naam zetten.
Daarnaast heb ik nog een overzicht gemaakt waarin ik kan opschrijven wat er mis is gegaan. En ik heb al een stuk of vijftig vragenlijsten uitgeprint. Ik hoop dat dat voorlopig voldoende is.

Verandering 2: De opstelling in mijn lokaal
Ook hier heb ik nog niets aan gedaan. Voordat ik in groepjes ga werken, wil ik eerst alle leerlingen een beetje kennen. Ik ken de namen nu redelijk goed, maar ik heb nog niet van iedereen een beeld wat voor leerling het is. Voordat ik in groepjes ga werken, wil ik dus nog even een tijdje (twee weken) wachten.

Verandering 3: Huiswerkcontrole
Waar ik wel mee ben begonnen zijn de huiswerkcontroles. Van tevoren heb ik tegen de leerlingen gezegd waar ik op ga letten. Netheid, tekeningen met potlood, berekeningen, nagekeken enzovoorts. Ik roep nu elke  les bij het zelfstandig werken vier leerlingen bij me. Ik controleer hun schriften op de punten en geef de leerlingen zo nodig een opmerking. Deze opmerking(en) zet ik ook in mijn map.
Tot nu toe heb ik weinig hoeven zeggen. Een paar leerlingen zijn vergeten na te kijken, maar ik heb geen rampzalige dingen gezien.

Verandering 4: Consequenter zijn bij het geven van straf
Gelukkig heb ik nog geen straf hoeven geven. Wel heb ik één keer bijna strafregels meegegeven. De leerlingen moesten in stilte werken aan de opgaven. Dit lukte de eerste twee keren niet. Daarom zei ik daarna dat de leerlingen die zouden praten, strafregels mee zouden krijgen. Eén leerling fluisterde iets naar haar buurvrouw, dus ik schreef haar naam op het bord.
Na de vijf-minuten-in-stilte heb ik de leerlingen verteld dat ik dit als een waarschuwing zou zijn. De volgende keer als de leerlingen in stilte moeten werken, ga ik wel echt straf meegeven als ze na drie waarschuwingen nog steeds praten.

Verandering 5: De stoelen en de tassen
Dit is een verandering die ik meteen vanaf de eerste lessen heb doorgevoerd. De stoelen worden aangeschoven en de tassen gaan onder de tafels. Ik heb er vrij weinig voor hoeven doen. Het enige wat ik doe is het elke les herhalen. Al is dat eigenlijk niet meer nodig, want het gaat bij (bijna) iedereen vanzelf!

Liefs!

woensdag 11 september 2013

10… leuke quotes van mijn leerlingen

De eerste weken van het schooljaar zijn de leerlingen nog zo onschuldig. Met name de brugklasleerlingen. Alles is nieuw voor ze. Ze kennen het woord ‘huiswerk’ niet en denken dat het iets leuks is. Ze zullen er snel achter komen wat het echt inhoudt…
Ook mijn 2havo-leerlingen zijn nog zo lekker onschuldig. Ik had grote monden verwacht, maar ze zijn nog net zo lief als vorig jaar.

Vorige week heb ik tien quotes verzameld van zowel leerlingen uit de brugklas als uit de tweede klas. Lachen!



1. (brugklas) Ik weet dat het geen huiswerk is, maar mág je het wel thuis maken?
2. (brugklas) Mag je het huiswerk ook in de bibliotheek maken?
3. (brugklas) Mag je het huiswerk ook op het schoolplein maken?
Ik zei het al, ze zullen er ooit nog wel achter komen dat huiswerk maken echt niet zo leuk is…
4. (brugklas, nadat ik heb uitgelegd dat ze elke les een blauwe en rode pen mee moeten nemen) Mag je ook meer dan twee pennen meenemen?
5. (brugklas) Hebben we geen huiswerk? Yes! Ik vind wiskunde nu al leuk. Dit jongetje heeft wel door dat er leukere dingen zijn dan huiswerk maken.
6. (2havo) Krijgen we dit jaar ook huiswerk?
7. (2havo) Wanneer gaat u beginnen met huiswerk opgeven? Mijn antwoord: over tien minuten.
8. (2havo) Ik hoop dat we er een leuk en vooral leerzaam jaar van gaan maken.
9. (brugklas) Kunt u me begeleiden naar lokaal 21? Ik ben een beetje verdwaald, geloof ik.
10. (brugklas) We moeten helemaal naar de vierde verdieping. Kom, we nemen de roltrap.
Lieve brugger, ik heb nog nooit een roltrap in dit gebouw gezien. Laat mij eens zien waar ik die kan vinden, dan hoef ik niet elke keer die trappen op!

Er komen ongetwijfeld nog een hoop leuke quotes bij de komende weken!

Liefs!

dinsdag 10 september 2013

Een vader en een moeder, een vervelend vervolg

Dit is eng. Gistermiddag schreef ik de blog over vaders en moeders, welke vanochtend online kwam. Gisteravond overleed de vader van een meisje dat vorig jaar bij me in de brugklas zat. Ik ben niet extreem bijgelovig, maar misschien voelde ik het onbewust toch aan. Je weet het niet...
Het overlijden van deze man, wie ik vorig jaar heb ontmoet op een tafeltjesavond, brengt me - hoe stom - wel op de inhoud van deze blog. Het is verschrikkelijk om inspiratie te halen uit andermans overlijden, maar ik denk dat mijn blog ook wel informatief zou kunnen zijn.

Als ik tot mijn pensioen in het onderwijs blijf werken, gaat het ongetwijfeld nog vaker voorkomen dat één van de ouders van mijn (oud)leerlingen overlijdt. Het is verschrikkelijk, het is oneerlijk, het is verdrietig... Maar het is helaas de werkelijkheid. En omdat het vaker zal gebeuren, kan het handig zijn om te bedenken wat je in zo'n geval zou kunnen doen.

Dagelijks rijd ik ongeveer anderhalf uur op de scooter. Op de heenweg denk ik voornamelijk aan mijn bed, maar op de terugweg gebeuren er hele andere dingen in mijn bovenkamer. Ik bedenk een manier om mijn lokaal op de vrolijken, ik bedenk hoe ik wiskunde leuk kan maken voor de leerlingen (komt later nog een blog over) of ik bedenk iets om met deze situatie om te gaan.

Toen mijn moeder overleed, aan het eind van de vierde klas, kreeg ik een kaart van een docente. Er stond een versje in ('Ben je boos, pluk een roos'). Dat versje sloeg helemaal nergens op, maar daar ging het mij ook niet om. Het ging erom dat deze docente met me meeleefde, ondanks dat ik al twee jaar niet bij haar in de klas zat.

Dit kaartje is me altijd bijgebleven. Ik kan niet zeggen dat dit een deel van mijn verdriet heeft weggenomen, maar ik vond en vind het een heel lief gebaar. Ik denk ook wel dat dit het minste is wat je voor zo'n leerling kunt doen.

Dit meisje is erg teruggetrokken. Ze praat niet makkelijk en door deze heftige gebeurtenis is de kans groot dat ze hierna nog meer gesloten word. Daarom wil ik haar iets geven wat haar misschien kan helpen bij het uiten van haar gevoelens. Iets wat ik ook kreeg in deze rotte periode en wat mij ook heeft geholpen om dingen een plekje te geven. Van een kennis kreeg ik een notitieboekje met een pen.

'Schrijf op wat je voelt. Schrijf op wat je denkt. Schrijf op wat je nog tegen haar had willen zeggen.'

Lieve Lotus,
je zult dit waarschijnlijk nooit lezen,
maar weet dat ik met je meeleef.

Liefs!

Een vader en een moeder

Mijn moeder is overleden. Niet recent, maar zo voelt het af en toe nog wel. Het verdrietig is nog aanwezig en dat zal het altijd blijven. Inmiddels heb ik er een plekje voor gevonden, maar het blijft pijnlijk om eraan herinnerd te worden.

Er zijn genoeg mensen in mijn omgeving die het niet weten en die er ook niet bij stilstaan. Eén van mijn docenten op de lerarenopleiding was zo iemand. Die vrouw was geweldig. Alle mannelijke klasgenoten keken haar met grote ogen na en alle vrouwelijke klasgenoten waren ook weg van haar. Dat gebeurde op de lerarenopleiding niet vaak. En hoewel ik ook weg was van deze vrouw, heeft ze me toch aan het huilen gemaakt.

Ik weet niet meer precies wat eraan vooraf ging. Wat de aanleiding van mijn tranen was, weet ik nog wel. Die dag was de sterfdag van mijn moeder. Ik ben toch naar school gegaan, want het leven gaat nu eenmaal door. Tijdens de college ging het over iets. Ik weet niet meer wat. Een spelletje of een trucje of zo. En toen zei de docente: ‘Dat zou leuk zijn om thuis eens bij je moeder uit te proberen.’ Thuis, bij mijn moeder… Ze zei het alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Thuis, bij mijn moeder. Maar mijn moeder was niet meer thuis. Al een paar jaar niet meer.

Ik probeerde de tranen te bedwingen, maar dat ging moeilijk. Ik bleef de woorden herhalen. Gelukkig zat ik achterin en zag niemand dat er nogal wat vocht over mijn wangen liep. Behalve de docente zelf. Aan het eind van de les, toen iedereen het lokaal uitliep, snelde ik weg. Ik had het aan mijn vriendin uitgelegd, die het inmiddels ook door had. Ze begreep het en stuurde me naar het toilet. Zij zou wel aan de docent uitleggen wat de oorzaak van de tranen waren.

De docente bood haar excuses aan. ‘Ik dacht er niet bij na toen ik dat zei,’ vertelde ze. En dat is logisch, want als mijn moeder nog geleefd had, was het ook een doodnormale (oeps, gekke woordkeuze) uitspraak. ‘Maar het is goed dat je het me hebt uitgelegd. Vanaf nu zal ik oppassen wanneer ik dit soort dingen wil zeggen.’

En dat doe ik ook. Aan het begin van het schooljaar krijgen de docenten op mijn werk een lijst met alle ‘mankementen’ van de leerlingen. Er zit altijd wel een leerling in de klas van wie één van de ouders (of beide…) zijn overleden. Van wie één van de ouders in de gevangenis zit. Van wie één van de ouders niet meer in beeld is. Van wie één van de ouders geen contact meer wil. Dat is dan ook de reden dat ik nooit klassikaal de woorden ‘vader’ of ‘moeder’ gebruik. In plaats daarvan gebruik ik het woord ‘thuis’. Wat een thuis, dat hebben ze wel.

Voor velen is het normaal dat anderen een vader én een moeder hebben. Maar helaas geldt dat lang niet voor iedereen…

Liefs!

maandag 9 september 2013

Lokaal opvrolijken

Vorige week vrijdag ben ik voor het eerst naar mijn werk geweest om alvast te wennen. Op de scooter terug naar huis had ik ineens allemaal geweldige ideeën voor het komende schooljaar. Voor één van die plannen had ik materialen nodig, dus ik besloot meteen door te rijden naar het winkelcentrum.

Mijn lokaal is ontzettend saai. Witte muren, een leeg prikbord en verder helemaal niets. Ik wil het graag wat opleuken, maar het vervelende is dat mijn lokaal dan helemaal zo klein gaat lijken. Bij mijn collega’s zie ik wel eens planten op de vensterbanken staan. Maar: ik heb geen vensterbanken. Of ik zie allemaal leuke fotolijstjes aan de muur hangen met foto’s van hun kinderen. Maar: ik heb geen kinderen. En zo zie ik nog veel meer leuke dingen.

Het liefst maak ik van mijn lokaal een tweede huiskamer. Een leuke inrichting, leuke dingen aan de muur, planten in mijn lokaal. Ik wil me er thuis voelen en ik wil ook absoluut dat de leerlingen zich thuis gaan voelen. Alleen erg jammer dat er ten eerste niet veel verbouwd mag worden, er ten tweede heel weinig ruimte in mijn lokaal is en dat er ten derde binnenkort een nieuw plafond in wordt gezet, wat er voor gaat zorgen dat het een enorme puinzooi gaat worden.

Daarom bedacht ik iets wat niet veel ruimte in beslag neemt, wat toch de muren een beetje opleukt, waardoor je ziet dat in mijn lokaal wiskunde gegeven wordt en waarmee de leerlingen (op een leuke manier) met de stof bezig zullen zijn.

Ik wil een groepje van drie of vier leerlingen aan het eind van elk hoofdstuk een poster laten maken. Niet voor een cijfer, maar gewoon voor de lol. Ik ga ook niemand verplichten, maar het zou wel leuk zijn als iedereen een keer aan de beurt komt. Deze leerlingen mogen de poster naar eigen inzicht invullen. Een mindmap, leuke plaatjes van internet, mooie zelfgetekende voorbeelden enzovoorts. Ik laat dit maken op verschillende kleuren papier, zodat de muren niet langer wit zijn, maar eindelijk een beetje kleurrijk.

We zijn net een week begonnen, dus het duurt nog even voordat ik de leerlingen laat beginnen. Maar ik kan niet wachten tot het zover is en het lokaal er eindelijk wat leuker uit gaat zien!

Liefs!

zaterdag 7 september 2013

Dagboek: De eerste werkweek (#1)

Wat voelt dat gek, om weer een dagboek-post te schrijven. De allereerste van dit jaar. Nieuwe ronde, nieuwe kansen!

Afgelopen maandag startte met een introductie. ’s Morgens kwamen alle klassen met hun mentoren bij elkaar. Dat leed is me gelukkig nog een jaartje bespaard gebleven. In die tijd kon ik dus mooi wat voorbereidend werk doen.
Daarna was er een gezamenlijke lunch, waarna ook de vergaderingen startten. Eerst een vergadering met het gehele personeel en later op de middag een vergadering met alleen de sectie. Na die vergadering is er een knopje bij me omgegaan. Ik kreeg energie, ik had zin om weer te beginnen en ik had al helemaal zin om heel veel dingen buiten mijn lessen te doen. Hierover komen later ongetwijfeld nog blogs over.

Dinsdag was de allereerste lesdag. Hierover heb ik al een blog online gezet. Het was echt weer even wennen om voor de klas te staan, zeker omdat na een half uur al de beamer uit ging en niet meer aan wilde. Ik verlangde weer terug naar de zomervakantie! Gelukkig kon ik redelijk improviseren…

Op woensdag had ik vorig jaar mijn vrije dag. Het was echt raar om dan ook drie dagen achter elkaar te werken. En dan ook nog eens de zwaarste dag van de week. Op woensdag geef ik zes lesuren achter elkaar en ik kan je vertellen dat het ontzettend vermoeiend is. Zeker omdat ik twee klassen twee uur zie die dag. Ik kwam ’s middags thuis met enorme hoofdpijn. Ik heb gekookt, gegeten en om half zes lag ik met mijn dekbed op de bank.

Donderdag had ik een kort dagje. De dag ging ook lekker snel voorbij, omdat eigenlijk alle lesuren wel op rolletjes liepen. In de lessen heb ik, elke keer dat de leerlingen zelfstandig aan het werk gingen, de namen geleerd. Aan het eind van de dag wist ik ze bijna allemaal en daar was ik wel erg trots op.
Om twee uur zat ik op de scooter terug naar huis. Weekend! Maar echt vrolijk was ik niet. Het was de hele dag ontzettend warm en benauwd in mijn lokaal. Ik hoopte dat een beetje frisse lucht me goed zou doen, maar erg ‘fris’ was de lucht niet te noemen. Wat is er gebeurd met het weer in Nederland? Ik dacht dat die warme dagen nu wel voorbij waren…

Vrijdag sliep ik uit. Mijn vriend ging rond half zes zijn bed uit, maar daar heb ik maar weinig van meegekregen. Ik hoorde hem wel weggaan, maar ik zou niet weten of ik hem gedag heb gezegd. Zo moe was ik.

Dit is mijn eerste weekend dit jaar en ik ben heel benieuwd hoe dat gaat zijn. Vier dagen weekend is wel erg luxe. Gelukkig kan ik het nu wel gebruiken. Vier dagen hoofdpijn en vier dagen vermoeidheid hakt er wel in!

Liefs! 

vrijdag 6 september 2013

Namen leren #1

Ik wilde vandaag eigenlijk reflecteren op mijn veranderingen die ik dit jaar door wil voeren. Omdat ik daar nog niet extreem veel over te schrijven heb – behalve dat de stoelen nu worden aangeschoven en dat de tassen onder de tafel staan – ga ik het vandaag hebben over de 85 namen die ik deze week heb moeten leren.

Dinsdag zag ik alle kinderen voor het eerst. Woensdag zag ik twee van de drie brugklassen twee uur op een dag. Aan het eind van de woensdag, tijdens de laatste les, wist ik alle namen van één van die brugklassen. Ik vertelde het aan één van de meisjes die voor me zaten.

‘Hoe heet ik dan?’ vroeg ze. Ik noemde haar naam.
‘En ik?’ klonk het meteen van een rij verder. Het jongetje had meegeluisterd en mengde zich meteen in het gesprek. Ook zijn naam noemde ik.
‘En hij?’ Hij wees naar een andere jongen in de klas. Ook zijn naam wist ik. En om te bewijzen dat ik echt alle namen wist, heb ik meteen bij alle andere kinderen uit de klas de naam genoemd.

Na het noemen van de laatste naam werd er door iedereen geklapt. ‘Wat goed van u,’ hoorde ik. En: ‘U bent de eerste!’

Hoe ik het voor elkaar heb gekregen om binnen twee dagen alle namen van de leerlingen uit mijn hoofd te kennen? Ten eerste door van alle leerlingen de naam te vragen bij het voorstellen. Ik heb ze niet allemaal onthouden – het waren er misschien één of twee – maar het is in ieder geval iets. Ten tweede door continu om de naam te vragen als ze hun vinger opstaken. Of door zelf hun naam op te zoeken op het door-de-mentor-gemaakte plattegrondje. Daarbij heb ik ook nog zelf een plattegrond gemaakt en voordat ik de naam opschreef keek ik eerst de leerling aan en noemde ik zijn of haar naam hardop.

Van deze ene brugklas ken ik nu iedereen bij naam. Van de andere brugklassen ken ik bijna iedereen bij naam. Maar… Dat is alleen als ze volgens het plattegrondje zitten. Zodra ze gaan wisselen weet ik het niet meer. Want dan zitten Sanne en Anne niet meer naast elkaar. En Ilse en Ilse ook niet meer…
 
Liefs!

woensdag 4 september 2013

Tip: Wees echt aanwezig (#27)

Bij het doorbladeren van het tips-boekje van de algemene onderwijsbond kwam ik bij het hoofdstuk over de eerste maanden van het schooljaar. Ik weet niet goed of de schrijvers daarmee de eerste maanden van ieder schooljaar of de eerste maanden van je eerste schooljaar bedoelen, maar ik vind het absoluut een fijne tip. Zowel voor je eerste jaar als voor de jaren erna.

Hoofdstuk 20, tip 1: Wees echt aanwezig
Kennisoverdracht begint met contact maken. Het eerste wat je in de klas moet doen is een band opbouwen met de leerlingen. Daarbij is de eerste klap een daalder waard. Wees écht aanwezig. Zorg dat je er helemaal bent in het lokaal. Ga dus niet achter je bureau zitten, maar ga staan, loop rond en maak oogcontact.

Als ik terugkijk op de laatste weken en maanden van het schooljaar, zie ik mezelf vooral achter het bureau zitten. Het voelde als mijn thuisbasis, ik had meer overzicht op de groep en de leerlingen wisten me te vinden. Maar volgens deze tip is dat absoluut niet de beste plek in het lokaal. Zeker in de eerste maanden is het belangrijk om door het lokaal te bewegen.

Ik ben altijd een beetje bang dat ik het overzicht verlies als ik door het lokaal loop. Het lokaal is maar klein, maar zodra ik iemand één op één aan het helpen ben, lijkt het alsof de andere leerlingen allemaal kilometers ver weg zitten. Ik zie ze niet meer en ik hoor ze niet meer. Valkuil!

Ik moet dus een compromis zoeken tussen het zitten achter mijn bureau en het lopen door het lokaal. Een oplossing daarvoor kan zijn de uitleg klassikaal voor het bord te geven, tijdens het zelfstandig werken rondlopen en de vragen aan mijn bureau te stellen. Tijdens het zelfstandig werken, bijvoorbeeld tijdens het stiltemoment, mogen de leerlingen geen vragen stellen, maar ik kan dan wel rondlopen om te kijken hoe het bij de leerlingen gaat. Als ik zie dat een leerling helemaal vastloopt of ergens flink de mist in gaat, kan ik een kleine tip geven. Maar de echte vragen behandel ik achter mijn bureau.

Omdat ik het komende jaar meer wil reflecteren op mijn eigen kunnen, zal ik ook over dit punt nog wat blogs schrijven. Wordt dus vervolgd!

Liefs!

dinsdag 3 september 2013

Eerste lesdag, korte terugblik

Mijn eerste lesdag zit erop. 'Ik heb het overleefd,' mailde ik naar mijn zusje. Dat was gelukkig ook niet zo moeilijk.

Dit jaar begon ik met veel minder zenuwen. Ik wist hoe het boek werkte, ik weet hoe alle elektronische dingen in het lokaal werken, ik kan de school al en ik begon vandaag met mijn 2havo-klas. Ik kende deze leerlingen dus al.

De les in 2havo was dan ook een eitje. Ik begon met een kort praatje over de nieuwe gang van zaken. Ik wil dit jaar veel betere controles in de schriften doen, dus dit heb ik de leerlingen ook verteld. Tot nu toe werkte iedereen vrij netjes en ik zag hier en daar al berekeningen staan, dus de eerste controle moet haast wel goed gaan.

In mijn brugklassen verliepen de lessen heel anders. In 2havo was er ruim de tijd om aan de opgaven te werken. In de brugklassen moest ik echt aanpoten. Daarbij duurden de lessen in de brugklassen ook tien minuten korter, omdat de leerlingen verdwaald waren… Er was zo veel te vertellen. Wie ik ben, wat wiskunde is, wat de leerlingen mee moeten nemen, waar de leerlingen op moeten letten bij het maken van huiswerk en nog wat andere zaken.

Mijn eerste indruk van mijn nieuwe brugklaskinderen is over het algemeen positief. Niet heel erg positief, want er zitten echt nog wel leerlingen in waar ik problemen mee ga krijgen. Maar zeker ook niet slecht, want volgens mij zitten de klassen voor een groot deel gevuld met schatjes.

Morgen zie ik de klassen weer, sommigen zelfs twee uur. Ik ben benieuwd hoe het dan gaat!

Liefs!

maandag 2 september 2013

Namen leren

Dinsdag zie ik al mijn 115 leerlingen. Daarvan ken ik gelukkig 26 leerlingen al, maar de andere 89 leerlingen zie ik voor het eerst. En dat betekent dat ik er een hoop nieuwe namen bij krijg!

Via de schoolsite heb ik al gekeken welke klassen ik krijg. Hierbij zie je de foto’s van de leerlingen met daarbij hun naam. Maar een fotolijst is echt niet genoeg om de namen te leren.

Op internet heb ik gezocht naar trucs om de namen zo snel mogelijk uit mijn hoofd te leren. Ik vind het altijd zo knullig staan als je na een paar weken of zelfs maanden de leerlingen nog niet bij hun naam kunt noemen. Ik heb de leerlingen vier uur per week, dus gelukkig heb ik alle tijd om te oefenen.

Wat oefenen is precies wat er gedaan moet worden. Elke les opnieuw proberen om namen te onthouden, om jezelf te controleren en vooral om jezelf te toetsen. Hieronder staat een lijst met tips en trucs om de namen (zo snel mogelijk) te leren.

- Luister goed als een leerling zijn of haar naam uitspreekt. Herhaal het (een paar keer) in je hoofd en kijk de leerling ook goed aan. Probeer het gezicht aan de naam te koppelen.
- Herhaal de naam. Als iemand zegt dat zijn naam Kees is, gebruik dan zijn naam in je antwoord. ‘Goed gedaan, Kees.’ Bij het voorstellen aan de deur tijdens de eerste les is het wat te veel werk om iedereen te groeten (‘Hallo Lisa, hallo Kim, hallo Kees, hallo Jan’), maar bij klassikale beurten kun je hier wel goed gebruik van maken.
- Koppel de naam aan een bekende met diezelfde naam. Heeft dat ene jongetje dezelfde naam als je vader? Of dat meisje dezelfde naam als je beste vriendin? Probeer dan gelijkenissen te zoeken. Bijvoorbeeld dezelfde haarkleur of dezelfde hobby.
- Probeer lang de tijd te nemen voor iemand. Het schijnt dat vijf tot tien seconden per persoon lang genoeg is om iemands naam te onthouden. Ik vraag me af of dit ook voor bijna honderd namen geldt… Stel een vraag bij het voorstellen, zodat je langer de tijd hebt om zijn/haar naam tot je te nemen.
- Het schijnt dat je een naam zeven keer moet gebruiken wil je de naam onthouden. Je hoort de naam, leest de naam, zegt de naam hardop, gebruikt de naam in een zin, schrijft de naam op… En inderdaad, ook dit is veel werk bij 89 nieuwe namen…
- Ga actief met het leren van de namen aan de slag. Als de leerlingen zelfstandig aan het werk zijn, pak dan de namenlijst of fotolijst erbij. Controleer jezelf steeds of je de namen van de leerlingen al kent.
- Gebruik, zeker in de eerste weken, een plattegrond en laat de leerlingen altijd op dezelfde plek zitten. Op mijn werk wordt een plattegrond door de mentor gemaakt. Deze wordt tijdens elke les (Nederlands, Frans, geschiedenis, wiskunde…) gebruikt. Door zelf een plattegrond te maken (lees: door zelf alle namen een keer op te schrijven) ben je actiever bezig met de namen en zal je ze ook sneller onthouden.
- Maak er een wedstrijd van. Controleer na één week welke namen je kent. Elke naam die je (nog) niet kent, is een strafstreepje. De namen die je wel kent zijn bonusstreepjes. Of zeg tegen de leerlingen dat je jezelf een x aantal lessen/weken de tijd geeft om de namen te leren kennen. Elke fout die je daarna maakt, kost je een traktatie.
- Controleer de namen regelmatig. Ga bij de deur staan en check welke leerlingen je al bij naam kent. Of deel de proefwerkblaadjes uit zonder één fout te maken.

Ik ga deze tips de komende weken in praktijk brengen. Ik ben benieuwd hoe lang het gaat duren tot ik álle namen ken.

Liefs!

zondag 1 september 2013

Mijn voornemens, update 8

Vandaag is het 1 september. De door mij zeer gevreesde dag. Morgen begin ik namelijk weer met werken! Aaah! Hieronder kun je lezen over mijn goede voornemens van dit jaar, met name over de voornemens van deze vakantie.

1. Verder met mijn blog
Het is me niet gelukt om in de zomervakantie enorm vooruit te schrijven en vier of vijf blogs online te zetten. Maar… Als ik de komende weken, tot eind december, vier blogs per week online zet, moet het lukken om aan het eind van het jaar 333 blogs online te hebben. Eitje!

2. Een boek schrijven
Gedaan.

3. Heel veel lezen
Jazeker!

4. Mijn andere blog oppakken
Over alle boeken heb ik een blog geschreven.
Klik hier om te zien welke boeken dat waren en wat ik ervan vond.

5. Engels leren
Ik heb één hoofdstuk in een Engels boek gelezen en dat vond ik heel wat. Daarnaast heb ik ook nog één film gekeken zonder ondertiteling en ik merkte zo tegen het eind van de film op dat ik de ondertiteling alleen in de eerste vijf minuten heb gemist. Die drie Engelse boeken gaan niet lukken, maar drie (nu dus nog twee) films zonder ondertiteling kan best!

6. Nog een boek schrijven 50.000 woorden schrijven
Tromgeroffel, tromgeroffel… Ja! Het is me gelukt om in dertig dagen tijd 50.000 woorden te schrijven. Wat een klus was dat! Pff…
Lees hier hoe het me is vergaan.

7. Mijn blogs bundelen
De vorige keer schreef ik nog dat ik ermee was begonnen, maar nu biecht ik op dat ik niet verder ben gegaan. 50.000 woorden schrijven is niet niks. Dan heb ik daarna geen zin meer om ook nog alle oude blogs bij elkaar te zoeken. Maar ik laat het voornemen erbij staan, want ik heb nog vier maanden de tijd!

Liefs!

* Lees ook de eerdere blogs over mijn voornemens *