woensdag 21 november 2012

10 redenen om... afgelopen maandag zo snel mogelijk te willen vergeten

Na zo’n heerlijke week als de repetitieweek was mijn maandag een hel. Alles ging (in mijn ogen) mis en er leek niemand te zijn die mij wilde helpen. En geloof me, ik zou nog veel meer dan slechts tien redenen kunnen bedenken, maar onderstaande tien dingen waren voor mij genoeg redenen om ’s avonds uit mijn werk een traantje te laten. Wat een dag!

Hieronder dus de tien redenen om afgelopen maandag zo snel mogelijk te willen vergeten!
1. 's Morgens toen ik van huis vertrok, was er nog niets aan de hand. Tot ik op mijn werk verscheen. De zenuwen kwamen ineens enorm om de hoek kijken en ik zag er plotseling heel erg tegenop om mijn nieuwe klas te zien. Bah, geen leuk begin van de dag. Maar misschien waren de zenuwen nog het minst erge. 
2. Mijn nieuwe brugklas leek niet zo lief te zijn als de andere docenten beweerden. Tenminste, niet zoals ik ze voor me had. Ze kwamen druk binnen, gingen op een willekeurige plek zitten en waren niet van plan om naar me te luisteren. Tja… Geen leuke start!
3. Toen mijn nieuwe brugklas eindelijk een beetje stil was, ging de telefoon in het lokaal. Ik wist al precies waar het voor was. Schoolfoto’s… Die dag kwam de schoolfotograaf langs en het zou zomaar kunnen gebeuren dat jij werd gebeld om samen met je klas naar de aula te komen voor de foto’s. Echt een heerlijke timing van ze, om het net tijdens mijn eerste les met deze klas te doen!
4. De brugklassers kwamen terug en waren weer lekker druk. Ik heb meteen mijn stem moeten verheffen (ieh, wat heb ik daar een hekel aan!) en toen ging het wel weer. Maar deze kindertjes hebben nog een hoop bij mij te leren. Dat wordt nog flink opvoeden de komende weken! (Waarom zeiden die collega’s ook al weer dat het een hele leuke klas was?)
5. En toen kwamen de oude vertrouwde brugklassers binnen. Ook zij waren lekker druk, maar deze kinderen kende ik al wat langer en ik weet precies hoe ik ze moet aanpakken. Tenminste, tijdens een gewone les weet ik dat. Maar na de eerste minuut wist ik al meteen dat dit geen gewone les zou worden. “Mevrouw, de kachel zit een beetje los,” kwam een leerling vertellen. “Blijf er dan maar vanaf,” zei ik tegen hem. Maar toen was het al te laat. Eén van zijn vriendjes trok toch nog even aan de kachel om te kijken of hij echt los zat en ja hoor… Daar ging de kachel. Hij maakte een enorme klap op de grond en de leerlingen begonnen te gillen. Ik zei tegen ze dat ze vooral rustig moesten blijven, maar ja, er stroomde water uit en ineens leek het alsof de leerlingen nog nooit stromend water hadden gezien. Wat een onrust die les!
6. Zodra de kachel om viel, belde ik meteen de conciërge. Althans, dat dacht ik. Bleek dat ik een ander nummer had gedraaid en diegene was niet echt in een vrolijke bui. “Ik ben geen conciërge, dan moet je even iemand anders bellen.” – “Maar ik heb hier geen andere telefoonnummers en ik heb een klas vol gillende kinderen. Zou jij misschien iemand hierheen kunnen sturen die er verstand van heeft?” – “Ja, is goed,” mopperde hij. Na een kwartier was er nog steeds niemand. Hallo, een omgevallen kachel lijkt me toch wel hoog op een prioriteitenlijstje staan? Maar nee, blijkbaar hadden ze geen zin om langs te komen. Ik stuurde de leerling die de kachel van de muur had getrokken naar de receptie om iemand te halen en na een tijdje kwam hij terug. “Ze komen zo,” zei hij. Maar “zo” betekent in hun ogen blijkbaar als de kachel al ruim een half uur op de grond ligt te lekken en het water inmiddels tot mijn kin staat – bij wijze van spreken.
7. En zo vrolijk waren die conciërges niet. “Hé, fijn dat je er bent. De kachel is eraf gevallen,” zei ik – alsof dat nog niet te zien was. Hij keek me aan, trok een wenkbrauw op en keek toen naar de kachel. Geen hallo, geen “oké”, geen contact. Alleen een opgetrokken wenkbrauw. Hij haalde er een collega bij, samen keken ze naar de kachel, overlegden ze wat en gingen ze gereedschap halen. De kachel kwam weer overeind (na drie kwartier, ja ja… wat een tempo!) en het water zogen ze op. De kinderen schrokken enorm van het lawaai van een stofzuiger (hebben ze nog nooit een stofzuiger gehoord?), maar gelukkig ging de bel al bijna. “Bedankt,” zei ik tegen de conciërge toen alle leerlingen het lokaal hadden verlaten. Maar hij keek niet op of om. Misschien had ik het te zacht gezegd. “Doei!” riep ik wat harder en wat vrolijker. Maak ook toen kwam er geen reactie. En dat noemt zich een collega.
8. Maar ach, een drukke, nieuwe brugklas, de fotograaf en de omgevallen kachel waren nog lang niet alles. Want het zesde en laatste uur had ik mijn 2havo-groep voor mijn neus. En hoe lief ze in de lessen voor de repetitieweek ook waren, ze druk en onrustig waren ze nu. “Hé mevrouw, misschien worden we tijdens dit uur geroepen voor de schoolfotograaf!” gilde één van de leerlingen. Wat?! Zijn ze nog niet eens op de foto geweest?! Tja, blijkbaar niet. Na twintig minuten had ik de leerlingen eindelijk een beetje rustig en waren ze – een soort van – aan het werk en ja hoor, de telefoon ging…
9. Toen de leerlingen terug kwamen van de foto’s hoopte ik dat ze wat rustiger zouden zijn. Maar niets was minder waar. “Komen jullie straks allemaal maar een kwartier na,” zei ik tegen ze, maar direct kreeg ik een vloedgolf aan commentaar over me heen.
“Mevrouw, dat is niet eerlijk. Ik was goed aan het werk en nu moet ik nablijven!”
“Mevrouw, ik moet naar de ortho. Bel mijn moeder maar als je me niet gelooft!”
“Ik kom niet hoor. Daar heb ik echt geen zin in.”
Enzovoorts.
10. Ik hoopte dat het gezeur nu wel klaar zou zijn, maar nee. De leerlingen kwamen terug en de leerlingen die tijdens het lesuur niet hadden gezeurd, hadden nu iets te klagen. “Sjongejonge, dat verbeter ik mijn gedrag en is het weer niet goed,” mopperde een jongen die zich inderdaad de afgelopen tijd beter had gedragen. “Waarom moet ik blijven? Ik riep alleen maar door het lokaal dat ik er geen reet van snapte!” En zo ging het nog even door. Na een kwartier stuurde ik iedereen weg met de opdracht om een opstel te schrijven over hun houding en gedrag in mijn les, maar ook in de andere lessen. Toen ze weg waren, stortte ik in. Ik ging achter mijn bureau zitten en zat letterlijk met mijn handen in het haar. En nu?

Tja… Dat soort dagen heb je als docent wel eens…

Liefs!

1 opmerking:

  1. Wat een heftige ervaringen. Kan me goed voorstellen dat je er even volkomen ondersteboven van bent, van alle indrukken en die hectiek met al die scholieren. De situaties met de schoolfoto op de middelbare school en die ketel, ook wel hilarisch, als je erop terugkijkt!

    BeantwoordenVerwijderen